Aflevering 2. ‘IK HEB HET
NOG NOOIT GEDAAN, DUS IK DENK WEL DAT IK HET KAN!’ Pippi Langkous (of niet?)
Velen
van ons groeiden op met de avonturen van Pippi Langkous. Het opgewekte, autonome
meisje met haar onafscheidelijke aapje en haar paard spreekt enorm tot
de verbeelding. Niet alleen haar maatjes, Annika en Tommy, genieten van wat ze
allemaal bedenkt en durft, maar ze boeit ook talloze andere kinderen en volwassenen.
Ze is een en al
vriendelijkheid, maar alles wat ‘gewoon, netjes en zoals het hoort’ is, lapt Pippi
aan haar lange kousen. Zo vrij en onbekommerd wil iedereen wel zijn en toch het
gevoel hebben helemaal op je plek te zijn in de wereld.
Haar uitspraak (zie titel)
is nog beroemder dan haar avonturen. Toch is die ondanks uitgebreide zoekacties
niet letterlijk in de filmpjes aangetroffen. Maar wie Pippi kent, weet dat die
tekst bij haar past en als je je zelfvertrouwen wilt opkrikken, kun je
er goed een voorbeeld aan nemen. Met dat doel hangt de poster van Pippi in
Max zijn kantoor aan de muur.
Van kleins af aan leerde Max voor zichzelf te zorgen. Zijn ouders genoten weinig scholing en van hen kreeg hij nooit veel steun. Zijn moeder kruipt graag in de slachtofferrol, op haar kon hij nog minder bouwen dan op zijn vader. Zijn broer is een ‘lieve jongen’, maar hij werkt in de bouw en je hebt er niks aan, vindt Max. Zijn rebelse houding inspireert hem om alles anders te doen dan hoe hij het vroeger geleerd heeft.
Max is slim en kan goed leren.
Tijdens zijn bore-out klachten heeft hij dan ook een goed betaalde baan. Maar in
zijn overvolle agenda staat weinig wat hem boeit. Hij heeft er geen invloed op,
zijn voorstellen zijn onbespreekbaar en hij wordt geleefd. Als hij dit
gevoel aankaart bij zijn werkgever, houdt die zich niet aan zijn beloftes...
Toch probeert hij ook vanuit
het perspectief van zijn baas te kijken en zichzelf discipline op te leggen. Als niets
helpt en de verveling ondraaglijk wordt, doodt hij zijn tijd met spelletjes
op de laptop. Zijn creativiteit laat hem in de steek, hij wordt apathisch en na
een inhoudsloze dag hangt hij ’s avonds thuis ook maar wat rond. Aandacht voor partner en kinderen is er niet. Hij is moe,
lusteloos en afwezig. Zijn stresswindow zit helemaal vol.
Het aangekondigde vertrek van zijn baas vormt de stip op zijn horizon. Zo lang zal hij het volhouden en ziek wordt hij niet. Het is zijn eer te na om het zo ver te laten komen. ‘Je moet het zelf doen, want op de ander kun je niet vertrouwen,’ de leus die Max dankt aan zijn moeder, projecteert hij nu op anderen, met name zijn baas.
Max is een binnenvetter. Volgens
hem weet vrijwel niemand waartoe bore-out kan leiden. Waarom zou je je dan
aan iemand toevertrouwen en over je problemen praten? Zwijgend gaat hij door het leven, maar
de interne, negatieve prikkels slopen hem. Terwijl hij de schijn ophoudt dat
het goed met hem gaat, smeulen onvrede en verlangen van binnen.
Gelukkig vertrekt zijn baas
na een tijd inderdaad en met diens opvolger klikt het veel beter. Een jaar lang werkt hij met plezier, maar gisteren zat hij weer computerspelletjes te spelen.
Het project dat hij moet afwerken, is te saai en vervelend!
Ons korte gesprek maakt niet goed duidelijk welke rol zijn ouders spelen in zijn doen en laten. Dat Max
ongelukkig is en zijn probleem door het vertrek van zijn baas niet is opgelost wel.
Hij dreigt terug te vallen in oud gedrag en hunkert ernaar zich aan iemand toe
te vertrouwen.
Vandaar die poster van Pippi
Langkous. Max oefent met uitreiken en kwetsbaarheid en Pippi is zijn grote
voorbeeld. Of hij ziekte zo echt kan ontlopen? Pippi is immers een
sprookjesfiguur. Een kijkje in zijn onderstroom zou misschien meer opheldering bieden…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten