vrijdag 1 september 2023

MENSEN HOEVEN NIET BORE-OUT TE RAKEN!


Onlangs (1/9/23) trof ik in de Volkskrant een artikel van Ellen Huisman aan over de Franse pensioenwet, die na een periode van stakingen is aangenomen. Ze stelt daarbij vier vragen, waarvan de eerste is: ‘Waar waren de Fransen zo boos over?’ Blijkbaar legde de Franse socioloog, Jean Viard, al eerder in de krant uit dat men in Frankrijk werk ziet als een ‘plek van lijden’ en dat steeds minder hoeven werken voor Fransen vooruitgang is.

In de inleiding van mijn laatste boek over bore-out* verbaasde ik me al over de manier waarop ‘de Fransen’ kennelijk naar werk kijken. In Frankrijk zou men vinden pas na het werk leuke dingen te kunnen gaan doen en dat het leven na het werk pas begint. Van de typering van werk ‘als een plek van lijden’ werd ik opnieuw stil. Het is zo ongeloofwaardig generaliserend… Alsof er geen uitzondering bestaat, alsof alle Fransen werken de hel op aarde vinden. Ik kan het me niet voorstellen. 

Tijdens de interviews die ik voor bovenbedoeld boek hield met Nederlandse en Belgische mensen die bore-out (geweest) waren of chronisch verveeld waren door hun werk, kwam ik niemand tegen die niet wilde werken. Wel wilden ze af van het werk dat ze deden, omdat het hun niet bevredigde. Het was te saai, te repeterend, te makkelijk, te moeilijk, deed geen beroep op hun creatieve en/of andere vermogens, ze hadden er te weinig invloed op, begrepen de bedoeling ervan niet, konden het niet vinden met hun collega’s of hun werkgever et cetera.

Als je kijkt naar wat er voor die mensen ontbrak in hun werk(omgeving), weet je ook wat ze erin zochten. Als meer van die kenmerken aanwezig waren, gingen ze er weer met plezier tegenaan. Ze konden niet wachten, tot het zo ver was, wilden een bijdrage leveren, uitgedaagd en gezien worden en ertoe doen in het maatschappelijk proces. Niemand van hen wilde totaal niet werken.



Toen ik het fenomeen ‘bore-out’ langzaam begon te doorgronden, maakte ik me zorgen over beroepen die vast niemand meer wilde uitoefenen, als we iedereen tegemoet zouden komen. Geleidelijk aan besefte ik, dat ik redeneerde vanuit mijn eigen perspectief. Het ging immers om beroepen die IK niet wilde uitoefenen, omdat ze de kenmerken misten die IK in werk zocht.

Intussen weet ik dat mensen zo verschillend zijn dat er voor vrijwel elke soort werk wel iemand te vinden is die het graag doet. Dat werk niet voor iedereen dezelfde kenmerken hoeft te hebben. Zoals de kapper die mij vertelde dat hij geniet van het kappersvak, maar dat het hem ook aantrekkelijk lijkt om als stratenmaker te werken. Lekker in de frisse lucht met zijn handen bezig zijn… Een nogal romantische voorstelling volgens mij, want ik zag in gedachten plensbuiten op hem neerdalen, zijn rug en nek verbranden en voorbijgangers verschijnen die hem het werk onmogelijk maakten. Ook dacht ik aan de risico’s voor zijn spieren en gewrichten. Maar hij haalde zijn schouders op bij al die reserves  en antwoordde dat elk werk nou eenmaal zijn mindere kanten heeft en dat hij voorlopig alleen de voordelen zag.

Als mensen besluiten te gaan voor wat ze zelf willen en niet meer beantwoorden aan wat ze denken dat ouders, grootouders of de hele familie van hen verwacht, dan is het soms even zoeken. Maar tot nu vond vrijwel iedereen die die hindernis nam, werk waar hij met plezier z'n bijdrage mee kon leveren. Voor iedereen kan het leven voor zijn pensioen beginnen, voor niemand hoeft de werkplek een ‘plek van lijden’ te zijn. Niet in Nederland en evenmin in Frankrijk of andere landen! Zo lang we maar stilstaan bij ieders wensen, verlangens en behoeftes...

* Ziekmakende verveling op je werk. Bore-out verklaard vanuit de onderstroom (mei 2023)