zaterdag 27 april 2024

 BIJ DE KAPPER

Vanuit de spiegel kijkt ze naar me, terwijl ze vlijtig verder knipt.
‘Ik hoorde van mijn collega dat jij boeken schrijft?’ Ze knikt in de richting van de collega die haar dat blijkbaar verteld heeft. Die lacht mij vriendelijk toe vanuit de spiegel aan de andere kant van de zaak. ‘Ja, antwoord ik, binnenkort verschijnt het vierde.’ ‘Waar gaan die boeken dan over? Zijn het liefdesromans?’ Ik schiet in de lach en schud mijn hoofd. ‘Nee hoor, helemaal niet, het eerste gaat over faalangst, het tweede, derde en vierde gaan over bore-out.’
In de spiegel kruisen onze blikken elkaar, terwijl ze snuift: ‘O, burn-out!’ het klinkt nogal minachtend.



‘Nee, je hebt me niet goed verstaan: ik zei niet burn-out, maar bore-out.’ Er verschijnt een geïrriteerd trekje om haar mond, als ze antwoordt: ‘Wat is dat dan nu weer? Weer zo’n modeziekte zeker? Tegenwoordig hoor je er niet meer bij, als je niet zoiets hebt: dyslexie, autisme, ADHD, burn-out en nu dit weer. Wat zei je?’ ‘Bore-out’ herhaal ik geduldig. ‘De klachten lijken op elkaar.’ ‘Zeker ook weer een reden om ziek thuis te blijven,’ moppert ze, ‘misschien moeten mensen gewoon eens wat flinker zijn. Ik heb van mijn ouders geleerd, dat ik me niet aan moet stellen en dat ik niet bij ieder pijntje thuis moet blijven. En jij schrijft daar boeken over?’ Haar ongeloof kon niet groter zijn.
Ze is klaar met mijn kapsel, pakt een handspiegel, zodat ik ook mijn achterhoofd kan zien. ‘Wat een flauwekul,’ hoor ik haar nog mompelen, terwijl ze naar de kassa loopt. Ik reken af, trek mijn jas aan en verlaat de winkel.
Zo veel vooroordelen! Wat moet je daar nou tegen beginnen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten