HET BEDRIEGERSFENOMEEN: WHAT YOU SEE,
IS WHAT YOU GET.
Een blog over burn-out, bore-out en bedriegersgevoelens
HET BEDRIEGERSFENOMEEN: WHAT YOU SEE,
IS WHAT YOU GET.
IMPOSTERSYNDROOM,
EEN VLAG DIE DE LADING NIET DEKT…
Er is
een tijd voor alles, maar niet voor GANESHA!
‘De lucht is een beetje grauw, maar het is droog.
Voor de deur van mijn werkkamer sta ik wat mistroostig naar buiten te staren.
Mijn mooiste mythe, wat is dat?’ Ik heb zo geen enkele mythe paraat, laat staan
een mooiste.
Vanaf
z’n steen, die hem tot sokkel dient, zit Ganesha me aan te kijken. Of de blauwe
regen boven hem volop in het blad zit, of zoals nu, volkomen kaal is, maakt hem
niets uit….’
Dit is het begin van een verhaal dat ik lang
geleden schreef over een reis van nog langer geleden. We betaalden nog met
guldens.
Omdat ik
kleiner wil gaan wonen, moet ik ruimte maken. Ik breng de foto’s uit mijn
uitgebreide, dikke reisverslagen over in compacte, dunne boeken. Ik was weer op
de Filippijnen, in Laos en Cambodja, in Zuid-Afrika, in Mali, op Sri-Lanka en
niet te vergeten in Peru. Heerlijk, om al die reizen een beetje opnieuw te
maken.
Omdat ik
aan de ene kant Turkse en aan de andere kant Chinese buren heb, vroeg laatst
iemand of ik dat niet vervelend vind. Oprecht verbaasd antwoordde ik: ‘Ik heb
de hele wereld afgereisd om andere culturen te leren kennen en nu zouden de
vertegenwoordigers van die culturen niet naast me mogen wonen?’
Ik ben
ontzettend blij dat ik die reizen maakte, toen ik er fysiek nog goed toe in
staat was. De Incatrail naar Machu Picchu, de Canopy Walk in Costa Rica, ik zie
het me nu niet meer doen. Maar mijn geest heeft onverminderd behoefte aan zulke
reizen, dus het voelt toch als inleveren. Er is een tijd voor alles en gelukkig
heb ik nog veel van Europa niet gezien, dus kan ik mijn hart dichter bij huis
nog steeds ophalen. Maar het stemt weemoedig … Het besef dat de oude tijden
niet terugkeren en daar een plek voor vinden. Met het voortschrijden der jaren
steeds weer nieuwe stappen terug moeten zetten en dankbaar zijn om wat wel nog
kan.
Mijn
volgende woning wordt er waarschijnlijk een zonder tuintje, hopelijk wel met
een balkon. Ik heb al vaak naar buiten staan staren en me afgevraagd wat
er dan met Ganesha moet gebeuren. Ik ben gehecht aan het beeld en de herinneringen die eraan vastzitten, getuige ook
het slot van het verhaal, waar je hierboven het begin van las:
‘Ganesha is onder andere de god en beschermheer van reizigers. Hem tref je - gezeten op de muis die hem tot voertuig dient - aan, op kruispunten van wegen, waar je een keuze moet maken om een nieuwe weg in te slaan. Zijn taak is het om jou daarbij van een goed en veilig advies te voorzien. Ik heb al vaker gemerkt dat ik op mijn vriend kan rekenen’.
Natuurlijk
kan ik hem meenemen in mijn geest, maar vanmorgen besloot ik: het beeld gaat
mee, met sokkel en al, waar ik ook ga wonen. En ik doe mijn ogen dicht en zie
me in gedachten al zitten bij de bloembakken op mijn balkon en mijn vriendje
daar stralend tussen.
Hier volgt het volledige verhaal.
DE GOD GANESHA
De lucht is een beetje grauw, maar het is droog. Voor de deur van mijn werkkamer sta ik wat mistroostig naar buiten te staren. Mijn mooiste mythe, wat is dat? Ik heb zo geen enkele mythe paraat, laat staan een mooiste. Vanaf zijn steen, die hem tot sokkel dient, zit Ganesha me aan te kijken. Of de blauwe regen boven hem volop in het blad zit of zoals nu, volledig kaal is, maakt hem niets uit. Onder alle omstandigheden zit hij relaxt voor zich uit te kijken. Blijkbaar is hij helemaal op zijn gemak in mijn tuintje.
Terwijl ik nog een blik werp op zijn olifantenhoofd, gaan mijn gedachten naar het land waar hij zijn roots heeft. India, één van de mooiste landen, die ik ooit bezocht heb, maar dat de laatste tijd steeds vaker in het nieuws is vanwege de meest vreselijke verkrachtingen, waar blijkbaar ook toeristen nogal eens de dupe van zijn. Waren die er ook al, toen ik het land bezocht? Ik ben er drie keer geweest, maar heb daar nooit iets van gemerkt.
De eerste keer startten we, het kan ook niet anders, in Delhi, wereldstad der wereldsteden en van daar waaierden we alle kanten uit.
Ik wil jullie over twee ervaringen vertellen, het bezoek aan de rattentempel van Deshnok en de overnachting onder de sterrenhemel van Jaisalmer.
Vlak voordat we richting Deshnok vertrokken, had ik me het groepsdagboek in mijn handen laten stoppen en hoewel ik toen zelf nog een reisverslag bijhield, merkte ik dat ik met andere ogen keek. Wat was de moeite waard om in dat groepsdagboek te vermelden? Genoeg, zo zou blijken in de loop van de dag.
De chauffeur van onze bus had zich laten verleiden om ons voor een fooi op zijn vrije dag naar de tempel te brengen. Gelukkig maar, want het was toch altijd nog zo'n 30 kilometer en een andere vervoersoptie was er niet. Ik genoot van de kleurige reclameborden, die overal langs de weg stonden. We reden door een behoorlijk welvarende streek met kasten van huizen, zoals Ăk ze me echt niet permitteren kon.
Toen we vervolgens bergen geraamtes passeerden, waarop kraaien brutaal voor zich uit zaten te kijken, ging er een meewarig 'aaaah' door de bus. Maar zo'n openbaar knekelkerkhof was hier blijkbaar de normaalste zaak van de wereld.
In het plaatsje Deshnok aangekomen, ontstond er een opgewonden, zenuwachtig sfeertje in de bus. Toen Ed, onze reisleider er gisteren naar vroeg, zei niemand bang voor ratten te zijn, maar nu lieten de ware helden zich kennen. Maar voordat we ons aan de dieren blootstelden, moesten we eerst de schitterende voorgevel van hun tempel bewonderen. Zijn de enorm gedetailleerde sculpturen van marmer of van ivoor? We kwamen er niet uit, maar vonden ze allemaal prachtig.
We moesten die tempel, een heiligdom immers, blootsvoets betreden. Onze schoenen hadden we al in de bus gelaten en sommigen waren zo verstandig geweest om een paar oude sokken aan te trekken. Ik niet, niet bij stilgestaan en op mijn blote voeten liep ik door het eerste deel van het gebouw. Ik had me de tempel groot en donker voorgesteld, maar hij was klein, overzichtelijk en heel licht. Daardoor zag je niet een van de honderden rondrennende diertjes over het hoofd. Het waren mottige scharminkeltjes, de meeste banger voor ons dan wij voor hen. Ik was niet bang, wel vond ik het hele gebeuren ontzettend vies. Als ik dat dagboek niet vol moest schrijven, zou ik waarschijnlijk na een meter zijn omgekeerd. Nu liep ik in processie achter de anderen door de uitwerpselen en het voer. Als iemand het waagde om stil te staan om een foto te maken, brulden de anderen: “Doorlopen!” We wilden het zien, maar we wilden ook heel snel weer naar buiten.
De ratten, volgens de reisgids toekomstige incarnaties van mystici en sadoes, waren overal. Ze renden over en langs je voeten en kropen tegen de muren omhoog. Ik was blij, toen ik me van deze zelfopgelegde taak had gekweten.
Onze
reisgenote, Lima, bleek de witte rat, de geluksbrenger, ontdekt te hebben. We
hoefden haar echter niet als mascotte te gebruiken, want ze haalde er heel
royaal de rest van de groep bij. Mij niet. Ik was toen al lang pleite.
Voor de vorstelijke prijs van 150 rupees per persoon (destijds in guldens zo’n f 7.50) reed de chauffeur ons drie uur rond, maar niets maakte de rest van de dag meer indruk dan het bezoek aan die smerige rattentempel.
Hierna ging de tocht richting Pakistaanse grens, waar onder andere een kamelensafari op het programma stond. Maar veel mooier vond ik de overnachting midden in de woestijn op het plat dak van wat door moest gaan voor een hotel. Weliswaar joeg een roze spin van een centimeter of tien in doorsnede velen de stuipen op het lijf en was de ondergrond waar we op lagen hard, maar de schitterende sterrenhemel maakte alle ongemak goed. Ik had mij de dag ervoor de belofte laten ontfutselen om daar op dat dak in het donker een verhaal te vertellen en omdat ik daar in de loop van de dag de nodige keren aan herinnerd was, had ik er maar een bedacht. Vraag me niet meer, hoe het precies ging, maar de hoofdpersonen waren Laila, Brahim en een niet bij naam genoemde adonis. Het was donker onder de sterrenhemel, maar ik voelde dat iedereen aan mijn lippen hing en het was doodstil. Dat bleef het nog een tijdje, toen het verhaaltje uit was. Wat een fantastische ervaring! Toen ontstond er een heftige discussie over de rol van Laila, die ik zwijgend aanhoorde. Ik had mijn beurt gehad en liet de interpretaties nu graag aan de anderen over.
Was Laila een slet of waren haar bedoelingen nobel? De jongens en mannen in de groep waren overtuigd van het eerste, de vrouwelijke groepsleden schatten haar wat hoger in. Wel waren ze allemaal van mening dat het een verhaal was met een boodschap. Ruud trok zich demonstratief verontwaardigd terug uit de discussie, maar kondigde later een vervolg op het verhaal aan, dat hij samen met Richard zou vertellen en waarin Brahim in het middelpunt zou staan. Hoewel ik de mannen nog regelmatig geplaagd heb met dit voornemen, heb ik het vervolg van het feuilleton nooit mogen horen.
Was dit nou een mythe? Nee, het was niet eens een verhaal over Ganesha, de olifantengod. Maar het was wel een verhaal over een stukje uit mijn reiservaringen en hopelijk heeft het je een indruk gegeven van wat reizen voor mij betekent. En Ganesha is onder andere de god en beschermheer van de reizigers. Hij is degene die je op de muis die hem tot voertuig dient, aantreft op kruispunten van wegen, waar je een keuze moet maken om een nieuwe weg in te slaan. Het is zijn taak om jou daarbij van een goed en veilig advies te voorzien. Ik heb al vaker gemerkt dat ik op mijn vriend kan rekenen.
HET BEDRIEGERSFENOMEEN: VEILIG ACHTER JE MASKER
ALS JE HET KNECHTJE BENT VAN JE SYSTEEM