VAN CSI NEW-YORK KUNNEN WE ECHT WEL WAT LEREN…
Een werkgever die je aan het
eind van de dag voor je huis opwacht, omdat hij gemerkt heeft dat
je ergens mee zit, wie zou dat niet willen? Veel mensen zouden heel dankbaar zijn
als ze dat mee zouden maken.
Zoals Adam, een van de spelers
uit CSI New-York. Het is mijn guilty pleasure om soms naar die
serie te kijken. Niet de wekelijkse vijf afleveringen, maar een of misschien twee. Als ik New-York op zaterdag heb gehad, hoef ik Las Vegas op zondag niet
meer. Genoeg is genoeg! Maar die series spreken
wel tot mijn verbeelding.
De teams tellen zes tot acht
personen en zijn dus klein en overzichtelijk. De leden bestrijden de
misdaad in hun stad alsof hun leven ervan afhangt. Buiten het lab als agent en binnen met forensisch onderzoek. Het zijn kleine families, waarin de leden elkaar goed kennen en elkaar door dik en dun steunen. Aan het eind van de week gaan ze samen uit eten of vieren ze met zijn allen Kerstmis of Thanksgiving. Allemaal heel harmonieus en romantisch.
Hun – altijd mannelijke - leider is de familievader bij uitstek. Hij
houdt iedereen in de gaten, staat klaar voor wie hem nodig heeft en is streng,
maar rechtvaardig en liefdevol. Tot zover niets bijzonders.
Als je mij na afloop van
zo’n aflevering zou vragen welke misdaad er werd opgelost, zou ik dat
waarschijnlijk niet weten. Ik ben meer geïnteresseerd in de menselijke maat. In
iedere aflevering staat namelijk ook een speler centraal. Diegene heeft een privé probleem, wordt geconfronteerd met een stukje ongemakkelijk
verleden of heeft een bijzondere ontmoeting in het heden.
In de hierboven bedoelde
aflevering wordt Adam geconfronteerd met van alles tegelijk. Hij verlaat na
een romantische nacht op zijn vrije dag zijn lief om te gaan helpen in een ‘shelter’.
Daar blijkt hij zijn demente vader te bezoeken. De Alzheimer is hem al
behoorlijk de baas, maar soms zijn er nog heldere momenten. Ze spelen samen schaak en intussen hoopt Adam alsnog op
erkenning van zijn vader dat hij hem vroeger mishandelde en beslist geen
fijne ouder voor hem was. Het allermooiste zou het zijn, als hij daar zijn excuses voor aan zou bieden. Dit is hem helaas niet gegund. Zijn vader herkent hem
meestal niet eens en als dat even wel zo is, scheldt hij hem opnieuw verrot.
Wel ontdekt Adam dat ook in
hun familie de rekening wordt doorgegeven. Dat zijn gewelddadige grootvader
zijn zoon sloeg, zoals zijn vader met hem heeft gedaan. Maar in tegenstelling
tot Adam wil zijn vader hier niet over praten, want wat heeft dat nog voor zin?
In een onbewaakt moment gaat
pa ervandoor en Adam vindt hem terug op het politiebureau, waar hij weer
vergeefs probeert hem ter verantwoording te roepen. Toevallig ziet zijn baas,
Mac Taylor, dit. Hij kan het gesprek niet horen, maar ziet wel dat Adam het
moeilijk heeft.
Dus wacht hij hem ’s avonds op
voor zijn huis en heeft Adam het er voor het eerst in zijn leven met iemand over. Dat hij
zich aan zijn baas kan toevertrouwen geeft hem ook de moed er met zijn vriendin
over te praten, die tot zijn verbazing toch bij hem wil blijven en hem steunen. Adam
heeft de meest zachtaardige rol van de hele crew, dus hij zal de lopende rekening
niet zo gauw aan zijn eigen kinderen doorgeven, but you never know...
Ik vind het volstrekt
ongeloofwaardig dat ‘n werkgever handelt, zoals Mac Taylor doet. Ook de meeste werkgevers hebben een begrensde werkdag, maar het beeld
bleef op mijn netvlies hangen. Het idee spreekt me namelijk wel aan. Werkgevers
zijn – systemisch gezien – de ouders in hun bedrijf. Ouders met verantwoordelijkheden
jegens de werkgevers, hun ‘kinderen’. Ze dienen te zorgen dat iedereen zich
veilig voelt en gezien wordt. Als werknemers zich gezien weten, zullen ze zich
ook veilig genoeg voelen om over andere problemen te praten. Problemen op de
werkvloer, met hun collega’s of met het werk zelf. Als ze stress ervaren
doordat er te veel of te weinig taken op hun bordje liggen, of als ze genoeg te doen hebben, maar hun werk hun niet voldoende bevredigt. Die zorg hoeft zich heus niet af te spelen op de stoep voor het huis van de werknemer!
Werknemers hebben zelf de
taak om onbewuste barrières aan te pakken die hun weerhouden zich tegen
ongewenste werkomstandigheden te verzetten. Maar hebben ze die hindernis genomen en zoeken ze hulp, dan is het fijn als ze weten dat er iemand klaar staat om
hun aan te horen en te steunen. Als werkgever-werknemer relaties zo worden vormgegeven, zal dat beslist schelen in de burn-outs, bore-outs en andere stress gerelateerde
klachten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten