KAPPEN OF VERPLEGEN?
Als je vaker iets van
mij leest, weet je dat ik regelmatig interessante gesprekken voer bij de kapper.
Ik geef het kappersvak ook vaak als voorbeeld, als ik beweer dat elk werk, hoe
leuk iemand het ook vindt, vervelende aspecten heeft. Zoals ik in de tijd
waarin ik nog graag voor de klas stond, al een hekel had aan correctiewerk, is
er volgens mij geen kapper die het leuk vindt om na afloop van een klus al die
haren bij elkaar te vegen en de natte handdoeken op te ruimen. Maar als
er genoeg fijne kanten aan je werk zitten, neem je de mindere meestal wel
voor lief.
Gisteren werd mij nog een element
aangereikt waarmee ik de kapper als voorbeeld kan noemen. Ofschoon ik mijn
kapperszaak al decennia bezoek, had ik de jonge meid die mijn kapsel onder handen
nam, nog nooit gezien. Zij het in het andere filiaal had ze er toch vier jaar
gewerkt, vertelde ze. Nu alleen nog soms in de vakantie en op zaterdagen.
Daarop stokte het gesprek en ik vroeg haar wat ze dan de rest van de week deed.
‘Dan zit ik op school,’ antwoordde ze met een glimlach. Nadat ze een
maatschappelijke opleiding had gedaan, leerde ze nu voor
verpleegkundige. Of ze na afloop in een ziekenhuis, een verpleeghuis of in de
wijk terecht zou komen, zou ze nog wel zien. Mogelijkheden te over.
‘Je wilt dus niet meer als
kapster werken?’ vroeg ik. ‘Prima voor een dagje in de week,’ was haar
antwoord, ‘maar ik heb toch wat meer variatie en uitdaging nodig. Hier moet je
je aan een vast schema houden, werken volgens de klok en je weet ’s morgens al
precies wat je de rest van de dag moet doen. Nee, dankjewel, ik wil af en toe
wel eens verrast worden tijdens mijn werk. Ik wil soms iets op te lossen hebben
en niet alleen dingen doen die ik perfect kan.’
Ze had haar probleem in
ieder geval voor nu naar tevredenheid opgelost door bijtijds een andere
richting in te slaan. Bore-out zou ze
niet meer raken van de eentonigheid en voorspelbaarheid die het kappersvak voor
haar vertegenwoordigen.
Oorspronkelijk werd bore-out
de ‘ambtenarenziekte’ genoemd, omdat men dacht dat het alleen onder ambtenaren
voorkwam. Maar zo zie je maar weer, hoe onterecht dat uitgangspunt is. Je kans
op een bore-out ontstaat door de combinatie van de kenmerken van je werk, je
eigen kenmerken en behoeftes en de vraag of je gewend bent je problemen op te
lossen of ze door te laten zeuren. Als dat laatste het geval is, is het
verstandig om eens uit te zoeken waardoor dat komt en hoe je daar verandering
in kunt brengen, zeker als het je herhaaldelijk in de problemen brengt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten