zondag 25 juni 2023

 BELEMMERENDE GEVOELENS ► INEFFECTIEF GEDRAG

 
Ken je het dat je je schaamt, als daar geen aanwijsbare reden voor is? Ik ken het maar al te goed: in mijn 2e boek over bore-out kun je erover lezen.
 
Schaamte kan optreden als je voor je gevoel tekortschiet in de ogen van anderen. Toen mijn bore-out klachten langzaam resulteerden in ziekte, voelde ik dat elke dag. Ik was niet in staat mijn werktijd goed te vullen, mijn werkgever vond me te onbelangrijk om me te helpen en er belandde meer geld op mijn conto dan ik ‘verdiende’. Daardoor schaamde ik me en kroop ik weg zodat al dat negatieve onzichtbaar was voor anderen. Me verstoppen en er met niemand over praten maakten de situatie draaglijk, maar het probleem bleef natuurlijk bestaan: iets verdwijnt niet als je het negeert!
 
Door verwarrende boodschappen over schaamte die ik als kleuter kreeg, schaamde ik me later vaak terwijl ik niets misdeed, zoals in deze situatie. Ik had het probleem niet gecreëerd en deed in het begin wanhopige, maar onhandige pogingen het te verhelpen. Had ik als kind geleerd dat schaamte niet past als je niets misdoet en dat je altijd hulp mag blijven zoeken, dan was ik misschien niet bore-out geraakt. Maar ik negeerde de situatie zo goed mogelijk, werd steeds ongelukkiger en ziek, ging van ellende vervroegd met pensioen en wist pas veel later wat er toen speelde.



Schaamte weerhield mij van actief naar oplossingen zoeken. Bij anderen spelen schuldgevoel, boosheid, het idee onbelangrijk of te oud te zijn, angst dat er geen oplossing is, onvermogen het probleem aan te kaarten enz. Belemmerende gevoelens die vaak geworteld zijn in je opvoeding, post hebben gevat in je onderbewuste en waar je dus geen weet van hebt en ook niet zonder hulp mee kunt dealen.
 
Dat is het thema van mijn laatste boek en van de workshop die ik in oktober aanbied. Om begeleiders van mensen in 'n bore-out situatie bewust te maken van de belemmerende systemische achtergrond waardoor je je in zo’n situatie niet kunt weren en de zaak onbedoeld laat escaleren. Natuurlijk ook om hun te leren hulp te bieden.
 
Ik wil werken met een kleine groep, maar op dit moment zijn er nog onvoldoende kandidaten. Wat is het probleem? Ik ben er zeker van een zinvolle workshop neer te kunnen zetten en er moeten toch genoeg geïnteresseerden te vinden zijn. Ik hoop dat lezen over mijn ervaringen hun over de streep zal trekken.
 
Hoe het ook loopt, ik ga me deze keer niet verstoppen als het mislukt. Ik doe mijn uiterste best om na 3 boeken op een andere manier iets voor mijn lotgenoten te betekenen. Niets om me voor te schamen dus!
 

donderdag 22 juni 2023

 VEILIG HECHTEN ► VOLWASSEN LEVEN


Als kinderen van baby af aan en liefst al in de baarmoeder het gevoel hebben welkom te zijn, ze op tijd hun natje en droogje krijgen, liefdevol gekoesterd worden en er op een positieve manier gereageerd wordt op hun tekens van onbehagen, kunnen ze zich veilig ontwikkelen tot zelfredzame volwassenen.
 
Voelen dat je ertoe doet, dat je erbij hoort, dat je nergens alleen voor staat, de vrijheid hebt op onderzoek uit te gaan en de wijde wereld te verkennen, maar ook steeds weer bij je ouders en opvoeders terecht kunt, maakt dat je je veilig kunt hechten en gezonde verbindingen kunt aangaan in je leven. Onafhankelijk en ongehinderd door belemmerende loyaliteit. Eerst met je opvoeders en andere leden van je systeem, later met de mensen daarbuiten. Zo word je een autonome persoon die eigen keuzes maakt, zelf beslissingen neemt en daarbij rekening houdt met anderen.
 


Door allerhande omstandigheden groeien kinderen vaak niet op in zo’n warm nest dat veiligheid en geborgenheid biedt. Bij de opvoeders kan sprake zijn van fysieke of psychische afwezigheid, onvermogen en onhandigheid, maar ook van onverschilligheid, ongeïnteresseerdheid en soms zelfs onmiskenbare wreedheid. Dan worden kinderen niet gezien, genegeerd, uitgescholden, verwaarloosd en/of mishandeld en is het moeilijk en zelfs onmogelijk om de overtuiging te vormen dat ze ertoe doen en belangrijk zijn. Dat ze goed genoeg zijn, dat er rekening met hen wordt gehouden, dat ze hulp mogen zoeken als dat nodig is en met anderen over hun problemen mogen praten.
 
De kans is dan groot dat ze later belangrijke vaardigheden missen om zelfstandig in het leven te staan en te weinig zelfvertrouwen hebben om goed voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook als ze problemen ervaren op hun werk, kan de situatie dan makkelijk uit de hand lopen. Als ze over- of onderprikkeld raken, te weinig rust en ontspanning krijgen of zich juist dodelijk vervelen. Zoeken ze dan niet op tijd naar oplossingen en mensen die hen daarbij helpen, dan liggen burn-outs en bore-outs op de loer.
 
Is zo’n grens eenmaal gepasseerd, dan is de weg terug vaak lang. Wie belangrijke vaardigheden mist en belemmerd wordt door remmende overtuigingen en gevoelens, zal dit niet op eigen houtje op kunnen lossen en ook niet kunnen voorkomen dat hij steeds opnieuw in dezelfde valkuil tuimelt.


 

 'JONG GELEERD, OUD GEDAAN!'

 
‘Ik geloof wel dat dat bestaat, maar als je daar last van hebt, is het toch aan jezelf om het op te lossen,’ sprak een van de dames met wie ik door Italië reisde, toen ik haar vraag over mijn boeken beantwoordde. Ik vond het knap dat ze erkende dat bore-out bestaat, maar verder maakte haar reactie me niet blij. Dat zag ze blijkbaar aan mijn gezicht en ze vervolgde. ‘Als je zo’n tegenzin in je werk hebt dat je er ziek van wordt, ga je toch iets anders doen. Banen genoeg!’
 
Aha, dat was een ‘oude bekende’ en omdat ik het uitleggen van dit vraagstuk als mijn missie zie, vertelde ik dat er niet altijd zo veel banen zijn als vandaag de dag, dat het te vinden werk mogelijk niet past bij wat je wilt en kunt en dat je soms ziek bent voordat je er erg in hebt. Je weet immers  niet wat er met je gebeurt.
 
Mevrouw luisterde fronsend. Kon het echt zo erg zijn?  Daar kon ze zich niets bij voorstellen. Waarom lieten mensen het dan zo ver komen? Dus begon ik aan deel twee van mijn uitleg. Dat die mensen soms de vaardigheden, durf en het zelfvertrouwen missen om in actie te komen en dat dat kan komen door hun opvoeding.



 
Termen als bovenstroom, onderstroom, onderbewuste, loyaliteit en familiesysteem laat ik maar achterwege in zo’n gesprek. Het moet begrijpelijk zijn voor iedereen.
 
Ik vroeg haar of ze ervaring had met burn-out en ze knikte naar haar echtgenoot. Ruim een jaar had hij ziek thuis gezeten. ‘Maar’ ging ze verder, ‘het lag ook wel 'n beetje aan hemzelf. Hij kon geen nee zeggen en laadde altijd te veel hooi op zijn vork en dacht dat als hij iets niet oppakte, niemand het deed’. Ik vroeg haar waar hij dat geleerd had en ze antwoordde peinzend: ‘Vroeger bij hem thuis natuurlijk. Hij was de oudste van vijf kinderen en zijn vader stierf, toen hij 8 was. Als je als kind leert voor alles verantwoordelijk te zijn, kun je later natuurlijk makkelijk burn-out raken.’ Ik vroeg haar of hij dat nog steeds zo deed. ‘Nee, sinds hij therapie heeft gehad, geeft hij gelukkig sneller zijn grenzen aan,' was haar reactie.

Ik zweeg even voordat ik mijn laatste vraag stelde: Of ze zich kon voorstellen dat het bij bore-out ook zo gaat dat je als kind dingen vroeger geleerd hebt waar je nu veel last van hebt en dat je hulp nodig hebt om dat te veranderen. Ze knikte langzaam: ‘Ja, dat geloof ik wel.’
 
Ze begon het te begrijpen. Toch is haar originele reactie op dit moment helaas nog maatgevend voor hoe het gemiddelde publiek kijkt naar bore-out, wat het voor de mensen die hiermee te maken hebben moeilijk maakt om zich te melden en hulp te zoeken.
 
Ook dat hoop ik een beetje te veranderen met het werk dat ik doe in het kader van een (dreigende) bore-out.