zondag 15 december 2024

MEER OVER BEDRIEGERSGEVOELENS:

HET BEEST IN DE OGEN KIJKEN...

Regelmatig krijg ik de vraag waarover mijn nieuwe boek gaat. Ook van collega-coaches, die het fenomeen vaak nauwelijks kennen. Het bedriegersfenomeen, beter bekend als impostersyndroom, komt in veel spreekkamers zelden tot nooit voorbij en de vraag is dan al snel: 'Is het echt zo'n groot probleem?' 'Zeker,' is dan mijn stellige antwoord.


Een van de personen die ik sprak, zelf ook coach, vertelde mij dat hij er zijn cliënten vaak expliciet naar vraagt. ‘Heb je wel eens het gevoel dat je prestaties niet het gevolg zijn van je kwaliteiten, competenties en vaardigheden? Denk je wel eens dat oorzaken buiten jou er verantwoordelijk voor zijn en dat je de boel belazert?’ Na de verbazing over de vraag volgt bij zo'n cliënt dikwijls opluchting. Blijkbaar is zijn probleem iets waar meer mensen mee te maken hebben en heeft het zelfs een naam.

Deze coach werkt vooral met mannen en veel van zijn cliënten herkennen het probleem bij zichzelf. Mannen dus, terwijl bedriegersgevoelens bij dit deel van de mensheid minder vaak voor zouden komen dan bij vrouwen. Dan is het aantal vrouwen dat positief zou reageren, mogelijk nog groter. Als je er niet naartoe beweegt, ga je voorbij aan het thema en de vraag is of je je cliënten daarmee een dienst bewijst.

Het herinnert me aan mijn tijd als leerlingbegeleider, toen ik soms leerlingen met suïcidegedachten sprak, maar het nooit gebeurde dat een van hen daar uit zichzelf mee kwam. Als je er rechtstreeks naar vroeg, was de opluchting echter vaak groot. Het beest kwam in het licht te staan, waardoor ze het makkelijker in de ogen konden kijken. Maar veel mentoren durfden de vraag niet te stellen, want wat moesten ze doen, als de leerling 'ja' zou zeggen?

Zo voerde ik ook gesprekken met mensen die nog nooit gehoord hadden van bedriegersgevoelens, maar bij het lezen van mijn oproep meteen wisten dat zij er last van hadden. Het besef dat zij er niet als enigen mee rondlopen, zorgt al voor opluchting en de mogelijkheid om erover te praten vormt een eerste stap naar heling.

Wat je niet ziet, hoort, ruikt, proeft of voelt, kan er toch wel zijn. 70% van de mensen zou in meer of mindere mate last hebben van deze gevoelens. De persoon die in je spreekkamer voor je zit mogelijk dus ook, al komt hij er zelf niet mee. Er rust namelijk veel schaamte op. Mijn advies is daarom er wat sneller naar te vragen en het bespreekbaar te maken. Als je een negatieve - en misschien wat verbaasde - reactie krijgt, is er immers niets verloren. Wel heb je dan iemand de kans gegeven om met zijn probleem tevoorschijn te komen en die eerste stap naar heling te zetten.

 

vrijdag 6 december 2024

MEER OVER BEDRIEGERSGEVOELENS:

ALADIN WAS GEEN BEDRIEGER! 

De eerste versie van het manuscript voor mijn boek over bedriegersgevoelens ligt bij mijn meeleesmaatje. Het is nu wachten op zijn feedback.

Als ik terugkijk op het productieproces, denk ik enerzijds aan al die ontkende en daardoor verspilde competenties en vaardigheden en anderzijds aan het massale gebrek aan zelfvertrouwen en zelfgevoel. Daardoor blijven de kwaliteiten als geesten verstopt in de flessen van hun eigenaars.




Het verhaal van Aladin en diens wonderlamp, een bekend sprookje uit Duizend-en-een-nacht, komt voorbij. Op een dag komt er een tovenaar, die zegt Aladins oom te zijn. Samen gaan ze naar de woestijn. Daar laat de tovenaar Aladin afdalen in een grot om een bijzondere lamp op te halen, die – als hij erover wrijft – zijn wensen kan vervullen. Behalve de lamp mag Aladin niets aanraken. Hij neemt echter zoveel schatten mee dat hij bijna niet meer omhoog kan. De tovenaar gooit kwaad de grot dicht. Hier zet ik het sprookje stil en ga weer terug naar het thema van mijn boek.

Mensen met bedriegersgevoelens bezitten in feite ook zo’n lamp. Als ze erover wrijven, zijn ze in staat tot grootse prestaties. Maar anders dan in het sprookje doen ze er alles aan om het licht niet naar buiten te laten komen. Zodra dat even wel het geval is, gooien ze de grot snel dicht.

Wat ze presteren is immers te danken aan externe factoren: de toeval, de kosmos, het weer, de vragen, hun kleding. Aan alles, behalve aan wat in henzelf besloten is en dat wat ze echt kunnen. 

Zo gebruiken ze hun energie om de geest in de fles te houden in plaats van hem enthousiast eruit te laten springen, om zichzelf toe te staan om in het licht te treden en te stralen. Zo gaat een schat aan competenties verloren. Niet alleen zijzelf blijven in het donker, ook op hun activiteiten en werkplek valt geen licht.

Aladin steelt om het leven op straat vol te houden, maar de lamp krijgt hij eerlijk van de tovenaar. Doordat hij ze naar hartenlust gebruikt, heeft het verhaal een happy end. Wat is ervoor nodig om die vele flessen te openen en ze vervolgens open te houden?